Elke hondeneigenaar weet hoe het werkt: de hond rolt over zijn rug, steekt alle vier de poten in de lucht zonder zich zorgen te maken, laat zijn buik zien en wacht vol ongeduld op een goede buikmassage die zijn hart zal vullen. Maar, waarom houden honden van buikmassages? En houden alle honden van wrijven over hun buik? Dit is wat je moet weten.
Waarom houden honden zo van wrijven?
De meeste honden vinden het heerlijk om over hun buik gewreven te worden, vooral vanwege de hormonen – endorfine genaamd – die daarbij vrijkomen.
Koe probeert uit slachthuis te ontsnappen. Godzijdank voor wat er daarna gebeurt
Advertentie
Volgens een studie gepubliceerd in het Taylor & Francis Journal, bevat de buikstreek van een hond talrijke gevoelige zenuwen en aanraakreceptoren die onmiddellijk gestimuleerd worden tijdens een wrijfsessie over de buik. Dit veroorzaakt op zijn beurt het vrijkomen van oxytocine, een krachtige endorfine die geassocieerd wordt met de sensatie van plezier.
Als het oxytocineniveau stijgt, daalt het Cortisolniveau – een hormoon dat verantwoordelijk is voor stress bij zowel honden als mensen. Een ontspannen en van stress bevrijd gevoel is zeker iets wat uw hond opnieuw, en opnieuw, en opnieuw zou willen ervaren.
Houden alle honden van buikmassage?
De algemene veronderstelling is dat alle honden graag over hun buik geaaid worden. Pet MD onthult echter dat honden soms niet van buikmassage houden. Het is belangrijk om te onthouden dat elke hond anders is; niet alle honden zijn fan van buikmassage.
Dit kan verschillende redenen hebben, zoals pijn in de buik of het willen beschermen van de persoonlijke ruimte.
Als u niet zeker weet of uw hond wil dat u doorgaat met over zijn buik wrijven, let dan op zijn lichaamstaal. Een hond die geniet van de aaisessie zal er ontspannen uitzien. Aan de andere kant zal een pup die wil dat je stopt nogal gespannen overkomen.
In de meeste gevallen zal een hond die het niet prettig vindt dat zijn buikje wordt gekrabd, waarschijnlijk zijn staart tussen zijn poten houden, zijn oren naar achteren spitsen, oogcontact vermijden en proberen weg te komen.
